Die avond smeekte onze bemanning de kapitein om onze masten te kappen. Hij wilde het niet doen. Een schip zonder masten is weerloos. Maar de bootsman zei: “Als we ze niet kappen, zal het schip zinken!” De kapitein heeft uiteindelijk ingestemd. Ze moesten het schip redden.
2. Così
Dus
hanno
zij hebben
tagliato
omgehakt
l'albero di prua.
de mast van de boeg.
CRACK!
KRAK!
È
hij is
caduto
gevallen
in mare.
in zee.
Ma
Maar
ora
nu
l'albero maestro
de hoofdmast
tremava
hij trilde
terribilmente.
hevig.
Stava per
hij stond op het punt
spaccare
kapot te maken
la nave.
het schip.
Dovevano
zij moesten
tagliare
afhakken
anche quello.
ook die.
Ora
Nu
Non avevamo più alberi.
Wij hadden geen masten meer.
Eravamo
wij waren
come
als
un tappo
een kurk
nell'acqua.
in het water.
Ze hakten dus de boegmast om. KRAK! Hij viel in zee. Maar nu trilde de hoofdmast hevig. Hij stond op het punt het schip kapot te maken. Ze moesten ook die mast weghakken. Nu hadden we geen masten meer. We dreven als een kurk in het water.
3. Non posso
ik kan niet
descrivere
beschrijven
il mio terrore.
mijn angst.
Ero
ik was
giovane.
jong.
Non avevo mai visto
ik had nooit gezien
la morte
de dood
così vicina.
zo dichtbij.
Ma
Maar
peggio
erger
della paura
dan de angst
della morte
voor de dood
era
het was
il mio senso
mijn gevoel
di colpa.
van schuld.
Avevo
ik had
rotto
gebroken
le mie promesse
mijn beloften
a Dio.
aan God.
Avevo
ik had
riso
gelachen
del Suo primo avvertimento.
om Zijn eerste waarschuwing.
Ora
Nu
mi
mij
avrebbe
hij zou
ucciso.
hebben gedood.
Ik kan mijn angst niet beschrijven. Ik was jong. Ik had de dood nog nooit zo dichtbij gezien. Maar erger dan de angst voor de dood was mijn schuldgevoel. Ik had mijn beloften aan God gebroken. Ik had om Zijn eerste waarschuwing gelachen. Nu zou Hij mij hebben gedood.
4. Le parole
De woorden
di mio padre
van mijn vader
mi
mij
sono
zij zijn
tornate
teruggekomen
in mente.
in gedachten.
Aveva
hij had
ragione.
gelijk.
Ero
ik was
maledetto.
vervloekt.
La tempesta
De storm
è
hij is
peggiorata.
erger geworden.
Anche
Ook
i vecchi marinai
de oude zeelieden
dicevano
zij zeiden
di non aver mai visto niente del genere.
dat ze nog nooit zoiets hadden gezien.
La nostra nave
Ons schip
era
het was
molto carica.
erg zwaar geladen.
Rollava
het rolde
terribilmente.
vreselijk.
Ogni pochi minuti
Elke paar minuten
un marinaio
een matroos
gridava:
hij riep:
“Sta per affondare!”
“Het gaat zinken!”
De woorden van mijn vader kwamen weer in mijn gedachten. Hij had gelijk. Ik was vervloekt. De storm werd erger. Zelfs de oude zeelieden zeiden dat ze zoiets nog nooit hadden gezien. Ons schip was erg zwaar geladen. Het rolde vreselijk. Elke paar minuten riep een matroos: “Het gaat zinken!”
5. Non sapevo
Ik wist niet
cosa significasse
wat het betekende
“affondare”
“zinken”
finché
totdat
qualcuno
iemand
me lo ha
hij/zij heeft het mij
spiegato.
uitgelegd.
Quando
Als
una nave
een schip
“affonda”
het zinkt
o “cola a picco”
of “gaat recht naar beneden”
si riempie
het vult zich
d’acqua
met water
e va
en het gaat
sul fondo
naar de bodem
del mare.
van de zee.
Tutti
Iedereen
annegano.
zij verdrinken.
Ora
Nu
capivo.
ik begreep.
Saremmo
Wij zouden
morti
gestorven
tutti
allemaal
in quest’acqua
in dit water
fredda
koud
e scura.
en donker.
I nostri corpi
Onze lichamen
non sarebbero mai
zouden nooit
stati trovati.
gevonden worden.
Ik wist niet wat “affondare” betekende, tot iemand het mij uitlegde. Als een schip “zinkt” of “recht naar beneden gaat”, loopt het vol water en gaat het naar de bodem van de zee. Iedereen verdrinkt. Nu begreep ik het. We zouden allemaal sterven in dit koude, donkere water. Onze lichamen zouden nooit gevonden worden.
6. Poi
Daarna
ho
ik heb
visto
gezien
qualcosa
iets
che
dat
mi ha
hij/zij heeft mij
gelato
bevroren
il sangue.
mijn bloed.
Il capitano
De kapitein
stava pregando.
hij was aan het bidden.
Il nostromo
De bootsman
stava pregando.
hij was aan het bidden.
Questi uomini duri
Deze harde mannen
che
die
Non temevano niente
zij vreesden niets
erano
zij waren
in ginocchio
op hun knieën
a implorare
om te smeken
Dio
God
per pietà.
om genade.
Se
Als
pregavano
zij baden
eravamo
wij waren
davvero
echt
perduti.
verloren.
Sono
ik ben
caduto
gevallen
in ginocchio
op mijn knieën
anch’io.
ik ook.
Daarna zag ik iets dat mijn bloed deed bevriezen. De kapitein was aan het bidden. De bootsman was aan het bidden. Deze harde mannen, die niets vreesden, zaten op hun knieën en smeekten God om genade. Als zij baden, waren wij echt verloren. Ik viel ook op mijn knieën.
7. Nel mezzo della notte
In het midden van de nacht
è
het is
peggiorato.
erger geworden.
Un marinaio
Een matroos
è
hij is
venuto
gekomen
correndo
rennend
da sotto coperta.
van benedendeks.
“Abbiamo una falla!”
“We hebben een lek!”
ha
hij/zij heeft
urlato.
geschreeuwd.
“Quattro piedi d’acqua nella stiva!”
“Vier voet water in het ruim!”
Il capitano
De kapitein
è
hij is
saltato
opgesprongen
in piedi.
overeind.
“Tutti alle pompe!”
“Iedereen naar de pompen!”
ha
hij/zij heeft
gridato.
geschreeuwd.
Era
het was
la nostra ultima possibilità.
onze laatste kans.
In het midden van de nacht is het erger geworden. Een matroos kwam rennend van benedendeks. “We hebben een lek!” riep hij. “Vier voet water in het ruim!” De kapitein sprong overeind. “Iedereen naar de pompen!” schreeuwde hij. Het was onze laatste kans.