1. Paolo guida verso il centro di Alberobello la mattina. Le strade sono piene e rumorose. Trova un posto auto vicino a un caffè. Ha fretta e dimentica di pagare il parcometro.
Paolo
hij rijdt
naar het centrum
van Alberobello
's ochtends.
De straten
zij zijn
vol
en
lawaaiig.
Hij vindt
een parkeerplaats
dicht bij een café.
Hij heeft haast
en hij vergeet
te betalen
de parkeermeter.
Paolo rijdt 's ochtends naar het centrum van Alberobello. De straten zijn vol en lawaaiig. Hij vindt een parkeerplaats dicht bij een café. Hij heeft haast en vergeet de parkeermeter te betalen.