Padroneggia i 100 Verbi Essenziali | Leer Italiaans A1

Typ de betekenis van de gemarkeerde groep in het Nederlands.

1 / 25

Voi entrate in classe.

Typ de originele zin in de brontaal.

2 / 25

Jij gaat weg van huis.

Luister en vul de ontbrekende woorden aan in het Italiaans

3 / 25

Tu lavi _________

Luister en vul de ontbrekende woorden aan in het Nederlands

4 / 25

Hij eet __________

Typ de betekenis van de gemarkeerde groep in het Nederlands.

5 / 25

Voi preparate la colazione.

Typ de originele zin in de brontaal.

6 / 25

Zij maken het huis schoon.

Luister en vul de ontbrekende woorden aan in het Italiaans

7 / 25

Noi arriviamo __________

Luister en vul de ontbrekende woorden aan in het Nederlands

8 / 25

Ik ga __________

Typ de betekenis van de gemarkeerde groep in het Nederlands.

9 / 25

Noi veniamo a casa.

Typ de originele zin in de brontaal.

10 / 25

Hij gaat weg van huis.

Luister en vul de ontbrekende woorden aan in het Italiaans

11 / 25

Noi prepariamo __________

Luister en vul de ontbrekende woorden aan in het Nederlands

12 / 25

Ik drink ______

Typ de betekenis van de gemarkeerde groep in het Nederlands.

13 / 25

Io preparo la colazione.

Typ de originele zin in de brontaal.

14 / 25

Jullie wonen in een klein huis.

Luister en vul de ontbrekende woorden aan in het Italiaans

15 / 25

Lui esce ________

Luister en vul de ontbrekende woorden aan in het Nederlands

16 / 25

Ik ga __________

Typ de betekenis van de gemarkeerde groep in het Nederlands.

17 / 25

Lui arriva alla stazione.

Typ de originele zin in de brontaal.

18 / 25

Wij gaan naar school.

Luister en vul de ontbrekende woorden aan in het Italiaans

19 / 25

Voi ________ la cena.

Luister en vul de ontbrekende woorden aan in het Nederlands

20 / 25

Zij _______ water.

Typ de betekenis van de gemarkeerde groep in het Nederlands.

21 / 25

Tu mangi la cena.

Typ de originele zin in de brontaal.

22 / 25

Hij slaapt acht uur.

Luister en vul de ontbrekende woorden aan in het Italiaans

23 / 25

Noi usciamo ________

Luister en vul de ontbrekende woorden aan in het Nederlands

24 / 25

Hij gaat __________

Typ de betekenis van de gemarkeerde groep in het Nederlands.

25 / 25

Voi andate a scuola.