1. Le téléphone de service du commandant Pierre Lemaire sonne. Une opératrice du central du commissariat parle vite et distinctement : “Une femme signale la mort de son mari.” “Adresse : rue Foch, Montpellier.” Des équipages sont déjà sur place et demandent la brigade criminelle. Le commandant Pierre Lemaire est en route.
de diensttelefoon
van de commandant
Pierre Lemaire
hij gaat over.
een telefoniste
van de centrale
van het politiebureau
zij spreekt
snel en duidelijk:
“Een vrouw
zij meldt
de dood
van haar man.”
“Adres:
Rue Foch,
Montpellier.”
Ploegen
zij zijn al ter plaatse
en zij vragen om
de moordbrigade.
De commandant
Pierre Lemaire
hij is onderweg.
De diensttelefoon van commandant Pierre Lemaire gaat over. Een telefoniste van de centrale van het politiebureau spreekt snel en duidelijk: “Een vrouw meldt de dood van haar man. Adres: Rue Foch, Montpellier.” Ploegen zijn al ter plaatse en vragen om de moordbrigade. Commandant Pierre Lemaire is onderweg.