Werkwoorden & Acties
Wat gebeurt er in het verhaal?
Het hart van elke zin
Werkwoorden brengen verhalen tot leven. Ze vertellen wat personages doen, willen, kunnen en moeten. Gelukkig volgen de meeste Spaanse werkwoorden drie voorspelbare patronen.
De onregelmatige werkwoorden die we behandelen zijn zo frequent dat je ze in bijna elke alinea tegenkomt. Met deze kennis kun je de hoofdlijn van elk verhaal volgen.
De 3 Regelmatige Patronen
Herken het patroon, begrijp honderden werkwoorden
Ongeveer 90% van alle Spaanse werkwoorden volgt één van deze drie patronen. Als je deze kent, kun je vaak de betekenis van nieuwe werkwoorden raden. Let op: in het Spaans wordt het onderwerp (yo, tú, él, etc.) meestal weggelaten omdat de werkwoordsvorm al aangeeft wie de actie uitvoert.
-AR werkwoorden (de grootste groep)
Dit patroon is het meest voorkomend. Kijk naar de uitgangen:
hablar = spreken/praten
Veelvoorkomende -AR werkwoorden
-ER werkwoorden
De tweede groep, minder werkwoorden maar zeer frequent:
comer = eten
Veelvoorkomende -ER werkwoorden
-IR werkwoorden
De derde groep, vergelijkbaar met -ER maar met enkele verschillen:
vivir = leven/wonen (regelmatig)
Veelvoorkomende -IR werkwoorden
De Essentiële Onregelmatigen
Deze werkwoorden zijn overal
Deze werkwoorden zijn onregelmatig maar zo frequent dat je ze uit je hoofd moet kennen. Ze komen in bijna elk gesprek en verhaal voor.
HACER (doen/maken)
Belangrijke uitdrukkingen met HACER
IR (gaan)
VENIR (komen)
Modale werkwoorden - Willen, Kunnen, Moeten
Gebruik deze werkwoorden met een infinitief: puedo comer (ik kan eten)
QUERER (willen)
PODER (kunnen)
DEBER (moeten)
Vragen & Ontkenningen
Essentieel voor dialogen
In verhalen stellen personages vragen en ontkennen ze dingen. Spaanse vragen beginnen met een omgekeerd vraagteken (¿).
Vraagwoorden
Vragen maken
Ontkenningen met NO
Plaats NO voor het werkwoord:
Andere negatieve woorden
Deze woorden kunnen MET of ZONDER no worden gebruikt: