Italiaans voor Beginners

Jouw eerste stappen in het Italiaans

Waarom Italiaans makkelijker is dan je denkt

Italiaans is een Romaanse taal die rechtstreeks van het Latijn afstamt. Net als het Nederlands heeft het duidelijke regels en patronen. Het grootste voordeel? Italiaans wordt uitgesproken zoals het geschreven staat - geen verrassingen zoals in het Engels of Frans!

De taal heeft slechts 21 letters (geen j, k, w, x, y in oorspronkelijke woorden) en de klemtoon ligt meestal op de voorlaatste lettergreep. Dit maakt het lezen voorspelbaar en logisch.

Italiaanse werkwoorden volgen drie hoofdpatronen (-are, -ere, -ire) en zodra je รฉรฉn patroon kent, kun je honderden werkwoorden herkennen. Perfect voor het lezen van eenvoudige teksten!

Belangrijke tips:

  • โ€ข Let op: c en g veranderen van klank afhankelijk van de volgende letter
  • โ€ข Dubbele medeklinkers worden echt dubbel uitgesproken (pizza = pit-tsa)
  • โ€ข De meeste woorden eindigen op een klinker - dit geeft Italiaans zijn muzikale klank
Hoofdstuk 1

Het Italiaanse Alfabet & Klanken

De basis van uitspraak

Italiaans heeft 21 letters, maar met buitenlandse woorden gebruik je alle 26. De uitspraak is veel consistenter dan in het Nederlands.

Belangrijke klankcombinaties

Dubbele medeklinkers - Belangrijk verschil!

In het Italiaans maken dubbele medeklinkers een verschil in betekenis. Spreek ze langer uit:

Accenten - Wanneer en waarom

Hoofdstuk 2

Begroetingen & Essentiรซle Zinnen

De basis van elke conversatie

Deze woorden en zinnen kom je in elk Italiaans verhaal tegen. Ze zijn de bouwstenen van sociale interactie.

Begroetingen door de dag

Buongiorno โ†’ Goedemorgen/Goedendag (Tot ยฑ17:00 uur) Formeel & informeel
Buon pomeriggio โ†’ Goedemiddag (12:00-17:00) Minder gebruikelijk
Buonasera โ†’ Goedenavond (Vanaf ยฑ17:00) Formeel & informeel
Buonanotte โ†’ Goedenacht (Bij het slapen gaan) Intiem/familie
Ciao โ†’ Hoi/Dag (Hele dag) Alleen informeel!
Salve โ†’ Hallo (Hele dag) Neutraal beleefd

Hoe gaat het? - Vragen

Come va? โ†’ Hoe gaat het? (Algemeen) Informeel
Come stai? โ†’ Hoe gaat het met je? (Persoonlijk) Informeel (tu)
Come sta? โ†’ Hoe gaat het met u? (Persoonlijk) Formeel (Lei)
Come state? โ†’ Hoe gaat het met jullie? (Meervoud) Informeel (voi)
Tutto bene? โ†’ Alles goed? (Kort & vriendelijk) Informeel
Tutto a posto? โ†’ Alles in orde? (Alles okรฉ?) Informeel
Come ti trovi? โ†’ Hoe bevalt het je? (Over situatie/plek) Informeel

Hoe gaat het? - Antwoorden

Bene, grazie โ†’ Goed, dank je (Standaard positief) Universeel
Molto bene, grazie โ†’ Heel goed, dank je (Extra positief) Universeel
Benissimo! โ†’ Uitstekend! (Zeer enthousiast) Informeel
Non c'รจ male โ†’ Niet slecht (Neutraal) Informeel
Cosรฌ cosรฌ โ†’ Zo zo (Matig/wisselend) Informeel
Abbastanza bene โ†’ Redelijk goed (Gematigd positief) Universeel
Male โ†’ Slecht (Negatief) Universeel
Non molto bene โ†’ Niet zo goed (Mild negatief) Universeel
Va bene โ†’ Het gaat goed (Alles is okรฉ) Universeel
Tutto bene โ†’ Alles goed (Alles is in orde) Universeel
E tu? โ†’ En met jou? (Terugvragen) Informeel
E Lei? โ†’ En met u? (Terugvragen) Formeel

Afscheid nemen

Arrivederci โ†’ Tot ziens
Arrivederla โ†’ Tot ziens (u)
Ciao โ†’ Doei
A presto โ†’ Tot snel
A dopo โ†’ Tot straks
A domani โ†’ Tot morgen
Ci vediamo โ†’ We zien elkaar

Beleefdheidsvormen - Onmisbaar!

Per favore โ†’ Alstublieft/Alsjeblieft
๐Ÿ’ก Gebruik altijd bij verzoeken
Per piacere โ†’ Alstublieft
๐Ÿ’ก Iets formeler dan per favore
Grazie โ†’ Bedankt
๐Ÿ’ก Universeel en altijd gepast
Grazie mille โ†’ Heel erg bedankt
๐Ÿ’ก Letterlijk: duizend maal dank
Prego โ†’ Graag gedaan/Alstublieft
๐Ÿ’ก Antwoord op grazie OF bij aanbieden
Scusi โ†’ Pardon/Sorry (u)
๐Ÿ’ก Formeel - aandacht vragen
Scusa โ†’ Sorry (jij)
๐Ÿ’ก Informeel - excuses
Mi dispiace โ†’ Het spijt me
๐Ÿ’ก Echte excuses/medeleven
Permesso โ†’ Pardon/Mag ik erdoor
๐Ÿ’ก Als je ergens langs wilt

Belangrijke antwoorden

Sรฌ โ†’ Ja (Let op het accent!)
No โ†’ Nee (Zonder accent)
Non lo so โ†’ Ik weet het niet (Zeer nuttig!)
Forse โ†’ Misschien (for-se)
Certo โ†’ Zeker (tsjer-to)
Va bene โ†’ Okรฉ/Goed (Meest gebruikte instemming)
D'accordo โ†’ Akkoord (dak-kor-do)
Hoofdstuk 3

Essere (Zijn) - Het belangrijkste werkwoord

Dit werkwoord komt in bijna elke zin voor

Net als in het Nederlands is "zijn" onregelmatig maar essentieel. Je ziet het constant in Italiaanse teksten.

De vervoeging - Leer deze uit je hoofd!

io sono (ik ben)
Io sono italiano
Ik ben Italiaan
tu sei (jij bent)
Tu sei simpatico
Jij bent aardig
lui/lei รจ (hij/zij is)
Lei รจ bella
Zij is mooi
noi siamo (wij zijn)
Noi siamo amici
Wij zijn vrienden
voi siete (jullie zijn)
Voi siete giovani
Jullie zijn jong
loro sono (zij zijn)
Loro sono studenti
Zij zijn studenten

Veelvoorkomende uitdrukkingen met essere

C'รจ โ†’ Er is
C'รจ un problema - Er is een probleem
Ci sono โ†’ Er zijn
Ci sono molte persone - Er zijn veel mensen
Come sei? โ†’ Hoe ben jij? (Karakter/uiterlijk beschrijven)
Come stai? โ†’ Hoe gaat het? (Naar gezondheid/welzijn vragen (stare))
Sono di... โ†’ Ik kom uit...
Sono di Roma - Ik kom uit Rome
รˆ vero โ†’ Het is waar (Bevestiging)
รˆ possibile โ†’ Het is mogelijk (Mogelijkheid uitdrukken)
รˆ importante โ†’ Het is belangrijk (Nadruk leggen)

Oefen zinnen - Herken het patroon

Il libro รจ sul tavolo โ†’ Het boek is op de tafel
La pizza รจ buona โ†’ De pizza is lekker
I bambini sono a scuola โ†’ De kinderen zijn op school
Dove sei? โ†’ Waar ben je?
Siamo in Italia โ†’ We zijn in Italiรซ
Non sono sicuro โ†’ Ik ben niet zeker