Hallo. Bent u Marie? vraagt hij. Zijn gezicht is een beetje rood. Hij is verlegen.
2. Oui,
Ja,
je suis
ik ben
Marie.
Marie.
Vous êtes
Bent u
Philippe ?
Philippe?
répond-elle.
antwoordt ze.
Oui,
Ja,
c'est moi.
dat ben ik.
Enchanté.
Aangenaam.
Désolé pour
Sorry voor
la chaise.
de stoel.
Il
Hij
a l'air
ziet er
embarrassé.
verlegen uit.
Enchantée
Aangenaam
aussi.
ook.
La chaise
De stoel
va bien.
is in orde.
Asseyez-vous,
Gaat u zitten,
s'il vous plaît.
alstublieft.
Ja, ik ben Marie. Bent u Philippe? antwoordt ze. Ja, dat ben ik. Aangenaam. Sorry voor de stoel. Hij ziet er verlegen uit. Aangenaam ook. De stoel is in orde. Gaat u zitten, alstublieft.
3. Philippe
Philippe
s'assoit
gaat zitten
prudemment.
voorzichtig.
Il
Hij
pose
zet
son sac
zijn tas
par terre.
op de grond.
Il
Hij
a
is
trente ans.
dertig jaar.
Il
Hij
travaille
werkt
dans
in
une librairie.
een boekwinkel.
Parfois
Soms
il
hij
lit
leest
en marchant.
tijdens het lopen.
C'est pourquoi
Daarom
il
hij
marche dans
loopt tegen
les choses.
dingen aan.
Beaucoup de
Veel
touristes
toeristen
viennent
komen
dans
in
son magasin.
zijn winkel.
Il
Hij
leur
ze
donne
geeft
de mauvaises
verkeerde
directions
aanwijzingen
parce qu'il
omdat hij
est
is
nul
slecht
avec
met
les cartes.
kaarten.
Philippe gaat voorzichtig zitten. Hij zet zijn tas op de grond. Hij is dertig jaar. Hij werkt in een boekwinkel. Soms leest hij tijdens het lopen. Daarom loopt hij tegen dingen aan. Veel toeristen komen in zijn winkel. Hij geeft ze verkeerde aanwijzingen omdat hij slecht is met kaarten.
4. "Comment
"Hoe
allez-vous ?"
gaat het met u?"
demande
vraagt
Marie.
Marie.
"Je vais bien,
"Het gaat goed,
merci.
dank u.
Et vous ?"
En met u?"
Philippe
Philippe
ajuste
zet
ses lunettes.
zijn bril recht.
"Je vais bien
"Met mij gaat het
aussi.
ook goed.
Mais
Maar
je suis
ik ben
un peu
een beetje
nerveuse."
zenuwachtig."
Marie
Marie
est
is
honnête.
eerlijk.
Philippe
Philippe
rit.
lacht.
"Moi aussi !
"Ik ook!
J'ai déjà
Ik heb al
attaqué
aangevallen
une chaise !"
een stoel!"
"Hoe gaat het met u?" vraagt Marie. "Het gaat goed, dank u. En met u?" Philippe zet zijn bril recht. "Met mij gaat het ook goed. Maar ik ben een beetje zenuwachtig." Marie is eerlijk. Philippe lacht. "Ik ook! Ik heb al een stoel aangevallen!"
5. Le serveur
De ober
vient
komt
à
naar
la table.
de tafel.
Il
Hij
a l'air
ziet er
fatigué,
moe uit,
ou
of
ennuyé,
verveeld,
peut-être
misschien
les deux.
allebei.
"Bonjour.
"Hallo.
Qu'est-ce que
Wat
vous
u
voulez ?"
wilt?"
demande-t-il.
vraagt hij.
Marie
Marie
regarde
kijkt
le menu
naar het menu
encore.
nog.
"Je voudrais
"Ik wil graag
un café au lait,
een koffie verkeerd,
s'il vous plaît."
alstublieft."
Le serveur
De ober
écrit
schrijft
très
heel
lentement.
langzaam.
"Et vous,
"En u,
monsieur ?"
meneer?"
demande
vraagt
le serveur
de ober
à
aan
Philippe.
Philippe.
De ober komt naar de tafel. Hij ziet er moe uit, of verveeld, misschien allebei. "Hallo. Wat wilt u?" vraagt hij. Marie kijkt nog naar het menu. "Ik wil graag een koffie verkeerd, alstublieft." De ober schrijft heel langzaam. "En u, meneer?" vraagt de ober aan Philippe.
6. "Je voudrais
"Ik wil graag
un petit café noir,
een kleine zwarte koffie,
s'il vous plaît."
alstublieft."
Philippe
Philippe
parle
spreekt
clairement.
duidelijk.
"Voulez-vous
"Wilt u
manger
eten
quelque chose ?"
iets?"
demande
vraagt
le serveur.
de ober.
Marie
Marie
a
heeft
faim.
honger.
"Oui.
"Ja.
Je voudrais
Ik wil graag
un croissant,
een croissant,
s'il vous plaît."
alstublieft."
Elle
Ze
montre
wijst naar
le menu.
het menu.
"Je voudrais
"Ik wil graag
un sandwich,
een broodje,
s'il vous plaît.
alstublieft.
Un sandwich
Een broodje
au jambon,"
met ham,"
dit
zegt
Philippe.
Philippe.
"Ik wil graag een kleine zwarte koffie, alstublieft." Philippe spreekt duidelijk. "Wilt u iets eten?" vraagt de ober. Marie heeft honger. "Ja. Ik wil graag een croissant, alstublieft." Ze wijst naar het menu. "Ik wil graag een broodje, alstublieft. Een broodje met ham," zegt Philippe.
7. Le serveur
De ober
écrit
schrijft
tout.
alles op.
Il
Hij
écrit
schrijft
très
heel
lentement.
langzaam.
"Alors,
"Dus,
un café au lait,
een koffie verkeerd,
un café noir,
een zwarte koffie,
un croissant
een croissant
et
en
un sandwich au jambon.
een broodje met ham.
C'est
Is dat
correct ?"
juist?"
Philippe
Philippe
et
en
Marie
Marie
disent
zeggen
oui
ja
tous les deux.
allebei.
"Parfait.
"Perfect.
Ça arrive
Het komt eraan
dans...
over...
un moment."
een momentje."
Le serveur
De ober
part
vertrekt
lentement.
langzaam.
De ober schrijft alles op. Hij schrijft heel langzaam. "Dus, een koffie verkeerd, een zwarte koffie, een croissant en een broodje met ham. Is dat juist?" Philippe en Marie zeggen allebei ja. "Perfect. Het komt eraan over... een momentje." De ober vertrekt langzaam.