1. Giulia e Marco si guardano. Sorridono entrambi per il cameriere lento. C'รจ un momento di silenzio confortevole. Marco si schiarisce la gola. "Scusi... possiamo darci del tu?" chiede con un sorriso. "Siamo giovani e Chiara ci ha presentati come amici."
Giulia
en
Marco
kijken elkaar aan.
Zij glimlachen
allebei
om
de ober
langzame.
Er is
een moment
van
stilte
comfortabele.
Marco
schraapt
zijn keel.
"Neem me niet kwalijk...
kunnen we
elkaar tutoyeren?"
vraagt hij
met
een glimlach.
"Wij zijn
jong
en
Chiara
heeft ons
voorgesteld
als
vrienden."
Giulia en Marco kijken elkaar aan. Zij glimlachen allebei om de langzame ober. Er is een moment van comfortabele stilte. Marco schraapt zijn keel. "Neem me niet kwalijk... kunnen we elkaar tutoyeren?" vraagt hij met een glimlach. "Wij zijn jong en Chiara heeft ons als vrienden voorgesteld."