1. "Come protesta?" Marco vuole sapere. "Fa cadere le cose dal tavolo. Una per una." Giulia dimostra. "Prima le chiavi. Poi il telefono. Poi le piante. È molto drammatico." Marco annuisce comprensivo. "Dante si siede sul mio cuscino. Con il sedere. È la sua vendetta."
"Hoe
protesteert zij?"
Marco
wil
weten.
"Zij laat vallen
de dingen
van de tafel.
Een
voor
een."
Giulia
laat het zien.
"Eerst
de sleutels.
Dan
de telefoon.
Dan
de planten.
Het is
heel
dramatisch."
Marco
knikt
begrijpend.
"Dante
gaat zitten
op mijn kussen.
Met
zijn achterste.
Het is
zijn wraak."
"Hoe protesteert zij?" Marco wil weten. "Zij laat de dingen van de tafel vallen. Een voor een." Giulia laat het zien. "Eerst de sleutels. Dan de telefoon. Dan de planten. Het is heel dramatisch." Marco knikt begrijpend. "Dante gaat op mijn kussen zitten. Met zijn achterste. Het is zijn wraak."