1. Mon nom est Robinson Crusoé. Je suis né en 1632 à York, en Angleterre. Mon père venait d'Allemagne. Il était marchand. Il gagnait bien sa vie. Puis il a arrêté de travailler. Il vivait à York. Il a épousé ma mère là-bas. Le nom de famille de ma mère était Robinson.
Mijn naam
is
Robinson Crusoé.
Ik ben
geboren
in 1632
in York,
in Engeland.
Mijn vader
kwam
uit Duitsland.
Hij
was
koopman.
Hij
verdiende
goed
zijn brood.
Toen
hij heeft
gestopt
met werken.
Hij
woonde
in York.
Hij heeft
getrouwd met
mijn moeder
daar.
De achternaam
van
mijn moeder
was
Robinson.
Mijn naam is Robinson Crusoé. Ik ben geboren in 1632 in York, in Engeland. Mijn vader kwam uit Duitsland. Hij was koopman. Hij verdiende goed zijn brood. Toen stopte hij met werken. Hij woonde in York. Hij trouwde daar met mijn moeder. De achternaam van mijn moeder was Robinson.