1. Mais les gens du milieu? Ils ont assez. Ils sont en bonne santé. Ils dorment bien la nuit. Même les rois voudraient être nés dans la classe moyenne. Les sages d'autrefois le disaient aussi. Ils voulaient juste assez. C'est ce que tu as, mon fils.
Maar
de mensen
van het midden?
Zij
hebben
genoeg.
Zij
zijn
gezond.
Zij
slapen
goed
's nachts.
Zelfs
de koningen
zouden willen
zijn
geboren
in
de middenklasse.
De wijzen
van vroeger
het
zeiden
ook.
Zij
wilden
precies
genoeg.
Dat is
wat
jij
hebt,
mijn zoon.
Maar de mensen van het midden? Zij hebben genoeg. Zij zijn gezond. Zij slapen goed 's nachts. Zelfs de koningen zouden in de middenklasse geboren willen zijn. De wijzen van vroeger zeiden het ook. Zij wilden precies genoeg. Dat is wat jij hebt, mijn zoon.