1. Puis il s'est fâché. Son fils lui avait raconté mon histoire. "Quel genre de fou s'enfuit d'un bon père? Quel genre de fou jette une vie confortable? Je ne naviguerais pas avec toi encore pour mille livres! Tu apportes la malchance! Tu causes la mort!"
Toen
werd hij boos.
Zijn zoon
hem
had
verteld
mijn verhaal.
"Wat voor gek
vlucht weg
van een goede vader?
Wat voor gek
gooit
een leven
comfortabel?
Ik
zou niet varen
met
jou
nog eens
voor
duizend pond!
Jij
brengt
ongeluk!
Jij
veroorzaakt
de dood!"
Toen werd hij boos. Zijn zoon had hem mijn verhaal verteld. "Wat voor gek vlucht weg van een goede vader? Wat voor gek gooit een comfortabel leven weg? Ik zou niet nog eens met jou varen voor duizend pond! Jij brengt ongeluk! Jij veroorzaakt de dood!"