Het Begin van het Leven

(Inizio della vita)

1. Maar mensen in het midden? Zij hebben genoeg. Ze zijn gezond. Ze slapen goed 's nachts. Zelfs koningen wensen dat ze in de middenklasse geboren waren. De wijze mannen van vroeger zeiden het ook. Ze wilden net genoeg. Dat is wat jij hebt, mijn zoon.

2. Mijn vader bleef praten. In de middenklasse kun je vrede hebben. Je kunt vrienden hebben. Je kunt van simpele dingen genieten. Je werkt maar niet te hard. Je hebt geld maar niet te veel. Je hoeft niet te vechten voor brood. Je kunt eerlijk leven en vredig sterven.

3. Toen werd zijn stem harder. Maar als je naar zee gaat? Je vindt alleen ellende. Ik waarschuw je nu. Als je weggaat, zul je lijden. Je zult alleen zijn. Je zult honger hebben. Je zult stormen en ziekte tegenkomen.

4. Hij begon te huilen toen hij praatte over mijn broer die stierf. Je broer luisterde ook niet naar mij. Hij wilde soldaat worden. Hij wilde roem. Nu is hij dood in een vreemd land. Wil jij ook ver van huis sterven? Mijn vader kon niet meer praten.

5. Ik was geraakt door wat hij zei. Welke zoon zou dat niet zijn? Ik besloot thuis te blijven. Ik zou de zee vergeten. Ik zou mijn vader gelukkig maken. Maar mijn besluit duurde niet lang. Na een paar dagen wilde ik weer weg.

6. Ik wachtte een paar weken. Toen praatte ik met mijn moeder. Ik dacht dat zij makkelijker te overtuigen was dan mijn vader. "Moeder," zei ik, "ik ben nu achttien jaar oud. Ik kan niet stoppen met denken aan reizen. Als ik hier blijf, ben ik voor altijd ongelukkig."

7. "Praat alsjeblieft met vader," ging ik verder. "Vraag hem om mij één reis te laten maken. Als ik het niet leuk vind, kom ik naar huis. Ik beloof het. Ik zal twee keer zo hard werken om de verloren tijd goed te maken." Maar mijn moeder werd heel boos.

« 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 »

Torna a tutte le storie olandesi di livello A1 Torna alla panoramica di Robinson Crusoe