Voice: Andy

Padroneggia i 100 Verbi Essenziali

(Leer de 100 Essentiële Werkwoorden)

Beweging, reizen & plaatsen

In deze les leer je hoe je praat over gaan, komen, reizen en je verplaatsen in het dagelijks leven.

15. Andare - Gaan






16. Venire - Komen






17. Arrivare - Aankomen






18. Entrare - Binnenkomen






19. Uscire - Weggaan / Naar buiten gaan






20. Tornare - Terugkeren






21. Viaggiare - Reizen






22. Passare - Doorbrengen






23. Correre - Rennen






24. Camminare - Wandelen






25. Salire - Naar boven gaan






26. Scendere - Naar beneden gaan






27. Guidare - Rijden (auto)






28. Visitare - Bezoeken